nl

Gouden daguerreotypieën

Tot de hoogtepunten in de collectie behoren twee daguerreotypieën, foto's op spiegelende plaatjes, afgedekt met glas. Het gaat om twee portretten: van een jongen van ongeveer veertien jaar, en van een meisje van ongeveer zeven jaar oud. Beiden zijn zittend geportretteerd, het meisje van iets grotere afstand dan de jongen.

Op de achterzijden van de daguerreotypieën zijn (later) de namen van de kinderen geschreven: Friedrich Wilhelm von Preussen en Luise von Preussen. Dit zijn de kinderen van de toenmalige kroonprins en latere keizer Wilhelm I (1797-1888) en zijn vrouw Augusta (1811-1890). Friedrich Wilhelm (1831-1888) volgt in 1888 zijn vader op als keizer Friedrich III, maar sterft in datzelfde jaar na een regeerperiode van slechts negenennegentig dagen. Friedrichs zusje Luise (1838-1923) huwt in 1856 Friedrich I, groothertog von Baden (1826-1907). Aan de hand van een schatting van de leeftijden en een typering van de kleding van de kinderen werden de daguerreotypieën in eerste instantie rond 1845 gedateerd, de naam van de fotograaf was echter onbekend.

De daguerreotypie is een van de vroegste fotografische technieken, uitgevonden in 1839 door de Fransman Louis Daguerre. De daguerreotypie levert een uniek beeld op dat verschijnt op een koperen plaat met een zilveren, lichtgevoelig gemaakt laagje. De techniek werd al snel populair, ook buiten Frankrijk. In Berlijn had zich rond 1845 al een groot aantal daguerreotypisten gevestigd, van wie Philipp Graff (1814-1852) en Carl Gustav Oehme (1817-1881) de bekendste waren. Ook de koninklijke familie had grote belangstelling voor het nieuwe procédé - voor het maken van deze portretten zal zij zeker voor een bekende daguerreotypist hebben gekozen. Het vermoeden dat dit Philipp Graff zou kunnen zijn is in een onderzoek in 2000 bewaarheid.

Dit onderzoek richtte zich onder meer op de dagboeken van de jonge prins Friedrich, uit de jaren 1844-1846. Deze (nog niet gepubliceerde) dagboeken worden bewaard in het Geheimes Staatsarchiv in Berlijn. In een notitie uit het jaar 1845 lezen we:

28. August. Nach Berlin gefahren. Bei Graf daguerotypiert. [ ]

(vert.: 28 augustus. Naar Berlijn gereden. Bij Graf[f] gedaguer[re]otypeerd [ ])

Het feit dat de jonge prins de gebeurtenis de moeite van het noteren waard vond, wijst erop dat het om iets bijzonders ging. We kunnen er dan ook vanuit gaan dat we hier te maken hebben met twee vroege daguerreotypieën van de hand van Philipp Graff, die kennelijk al in 1845 een zo grote bekendheid genoot dat hij opdrachten van het koningshuis kreeg.

Maar er is meer aan de hand met deze daguerreotypieën: beide platen tonen niet zilverkleurig, zoals de meeste daguerreotypieën, maar goudkleurig. Goudtoning van zilverkleurige platen kwam vaker voor, maar deze platen leken meer goud te bevatten dan normaal. Om deze goudlaag te kunnen analyseren, en de platen te kunnen onderzoeken naar de aanwezigheid van plaat- en zilvermerken, zijn de daguerreotypieën in het Nationaal Fotorestauratie Atelier (tegenwoordig Nederlands Fotomuseum) in Rotterdam geopend en onderzocht. Daarbij bleek er inderdaad veel meer goud aanwezig te zijn dan normaal gesproken bij een goudgetoonde plaat het geval zou zijn. De achterzijden van de platen zijn koperkleurig, maar ook bedekt met een uiterst dun laagje goud. Meer gegevens worden verwacht van een elektronenmicroscopisch onderzoek, maar om technische en financiele redenen is dit onderzoek tot heden niet uitgevoerd.

Huis Doorn bezit met de twee gouden daguerreotypieën van prins Friedrich Wilhelm en prinses Luise von Preußen twee in zowel fotohistorisch als technisch opzicht zeer bijzondere portretten. De portretten kunnen met zekerheid toegeschreven worden aan fotograaf Philipp Graff; ze zijn gemaakt in diens studio in de Jerusalemerstraße nr.18 in Berlijn, op 28 augustus 1845. Uniek zijn de foto's wat betreft het toegepaste procédé. Aanvullend technisch onderzoek en bronnenonderzoek naar de gebruikte methode zullen in de toekomst meer helderheid moeten verschaffen. Meer informatie over de twee daguerreotypieën vindt u in: Liesbeth Ruitenberg, Two Golden Daguerreotypes: A Research Report, verschenen in The Daguerreian Annual 2001 (Pittsburgh, 2002).

Images

hudf-04896-a
hudf-04896-a1845-08-28
hudf-04896
hudf-048961845-08-28
hudf-04897-a
hudf-04897-a1845-08-28
hudf-04897
hudf-048971845-08-28
0.15254497528076